Bedrijf uitgelicht schuldhulp Oost-Nederland
Met een hoofdvestiging in het bedrijfsverzamelgebouw aan de Steenzoutweg en een tweede vestiging in Emmen is Schuldhulp Oost-Nederland misschien niet één van de grotere – en hoogstwaarschijnlijk ook niet één van de bekendste – bedrijven op het BIT-terrein – het bedrijf kan wel een belangrijke factor zijn. Bijvoorbeeld omdat er financiële problemen zijn bij een medewerker van uw bedrijf. Goed dus om de specialisten in beschermingsbewind aan het woord te laten.
Schuldhulp Oost-Nederland bestaat sinds juni 2013. Hans, de vader van Roland Bos richtte het bedrijf samen met een kennis op. “Zelf kwam ik in november van dat jaar in dienst”, vertelt de huidige eigenaar. Mayke Zieverink, eveneens bij het interview aanwezig, is vanaf 2015 bij het bedrijf betrokken.
Regio Emmen en Twente vergelijkbaar
Bos en zijn mensen werken vooral voor particulieren. “En een enkele zzp’er”. Dat doet hij met twaalf medewerkers, waarvan er twee in de vestiging in Emmen werken. “We zijn destijds in Emmen begonnen, omdat de regio Emmen-Assen-Hoogeveen qua armoedeproblematiek vergelijkbaar is met de regio Hengelo-Enschede-Almelo. In beide regio’s zit veel armoede, helaas. Veel schuldenproblematiek. Niet alleen in de steden, maar ook in de dorpen eromheen.”
Toen het bedrijf net was gestart, leefden we in een crisis. Ook nu lijkt er weer een periode aan te komen waarin veel mensen hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Met name de energienota is een grote bron van zorg. “We maken schrijnende gevallen mee. Toen ondernemers die alles kwijt zijn geraakt, daar een tik van kregen. Mensen die gescheiden zijn of overgefinancierd op de hypotheek. Destijds klapte de huizenmarkt in: woningen werden voor een schijntje verkocht en mensen kwamen voor een halve ton of meer in de min. Dan komt er beslag en gaat het van kwaad tot erger.”
Maatwerk
Voor Schuldhulp Oost-Nederland is het dan de taak om orde op zaken te stellen. “Het is altijd maatwerk. De afgelopen tijd viel het nog mee, omdat de overheid veel mensen in de coronacrisis heeft geholpen. Toen ontstonden bij particulieren niet veel problemen, gelukkig. Maar nu, met alle crises en de inflatie daar nog bovenop, beginnen mensen vast te lopen”, stelt Bos. Zieverink: “Sommige mensen kunnen zelf nog wel schakelen, maar er zijn ook mensen die dat niet kunnen. Die komen vast te zitten.”
“Het blijft maatwerk”, vindt Bos belangrijk om te vermelden. “Per gemeente verschillen de voorzieningen, bijvoorbeeld. We werken bijna altijd richting schuldsanering. In de meeste gevallen brengen we de schulden in kaart en stellen we een budget vast om alle vaste lasten te kunnen betalen. En dan werken we zo snel mogelijk toe naar een schuldhulpverleningstraject, waarbij we vaak de samenwerking zoeken met de Stadsbank. Wij blijven na aanmelding aldaar betrokken, blijven de vaste lasten betalen. De Stadsbank zorgt dat de schulden worden opgelost. Dat gebeurt in een traject van drie jaar, al duurt dat vaak langer, omdat eerst beschermingsbewind moet worden aangevraagd bij de Rechtbank. En dat kost tijd.”
Geld besparen
“Wij zijn kritisch of er een bewindvoerder nodig is. Kan het lichter, dan adviseren we dat. Dan sturen we mensen zelf naar de Stadsbank. Maar er is een groep mensen die zichzelf niet kan redden; dan hebben ze begrenzing nodig. Ja, wij kosten de samenleving geld. Maar we besparen ook geld door mensen te beperken bij het maken van nieuwe schulden. En door ze te helpen.”
“We zijn BIT-lid omdat we veel op het industrieterrein doen. We kunnen veel voor andere ondernemingen betekenen, ondanks dat we een vreemde eend in de bijt zijn. We zijn immers geen industrie. Maar als er mensen bij je bedrijf werken die financiële zorgen of problemen hebben, dan is het goed dat men weet dat wij er zijn. We kunnen werkgevers die werknemers met schulden hebben kunnen helpen. We nodigen ze van harte uit om bij ons langs te komen, goede schuldhulpverlening kan ook belangrijk zijn voor ondernemers. Mensen functioneren immers beter als ze geen zorgen hebben over hun financiën.”